Het Zijn Allemaal Kunstwerken

Brabants Centrum

De geur van verf komt je tegemoet zodra je de ‘hall of fame’ onder de rijksweg A2 bij Boxtel betreedt. Menig graffitikunstenaar heeft dan ook een masker op, om niet ten prooi te vallen aan de drijfgassen uit de spuitbussen die ze hanteren. Vroeger zouden deze ‘schrijvers’, zoals ze zich zelf noemen, meteen vluchten als er onbekenden aankomen. Dat was toen. Maar dit is 2018 en de graffitikunst is uit de schaduw gestapt en staat vol in de schijnwerpers tijdens de drukbezochte derde editie van Tunnel Vision. De organisatie is dan ook trots dat er zoveel positieve aandacht is voor hun evenement. “Hier doen we het allemaal voor”, zegt Paul Jongsma.

Het is druk zondagmiddag in de spoortunnel van het Duits Lijntje. Terwijl de schrijvers schijnbaar ongestoord hun beschildering op de betonnen wanden aanbrengen, vermaakt een divers publiek zich opperbest. De schilderwerken worden bekeken, er wordt een drankje of hapje genuttigd, kinderen hanteren zelf ook de spuitbus en een band speelt stevige rockmuziek. Veel ouders komen de tags (teksten) en pieces (tekeningen) met hun kroost bewonderen. Zo ook Rik van Vught (43) en zijn 12-jarige zoon Guus uit Boxtel. Na een verjaardagsfeestje besloot het tweetal nog even naar de spoorwegtunnel te fietsen. “We zijn vorig jaar ook geweest en dat is ons goed bevallen. Er hangt hier een heel speciale vibe”, vindt Rik. “Daarbij houden we allebei van hiphopmuziek en dat maakt het plaatje voor ons compleet.” Zoon Guus vindt het prachtig wat hij ziet: “Er zijn veel verschillende stijlen, er zitten een paar grappige tekeningen bij en een paar levensechte. Zeker de hemelkant is mooi.”

Hemel en hel

Deze editie van Tunnel Vision kende voor het eerst een overkoepelend thema, namelijk heaven and hell. De ene wand van de tunnel vulde zich met hemelse graffitibeschilderingen en de andere met duivelse tekeningen. De organisatie koos bewust voor een thema met tegenstelingen, liet Jongsma, die samen met Jan Pennings en Mitch Koningstein organisator van het evenement is, voorafgaand al weten. “We kwamen op het idee van een hemel- en helzijde door de cultuurdiscussie die in Boxtel ontstond. Aan de ene kant positief aan de andere kant negatief. Daar wilden we wat mee doen en dat is volgens ons goed gelukt. Dat we een thema hebben gekozen is namelijk best bijzonder. Normaal gesproken krijgen de painters een blanco canvas tijdens de jams (graffiti-bijeenkomsten – red.).”
De kunstenaars zien het thema echter niet als een belemmering van hun creativiteit, maar gaan er helemaal in op. Aan de hemelkant is een van de weinige vrouwelijke verfspuiters aan de slag met een realistisch portret van een vrouw die een hap van een puddingbroodje heeft genomen. “Een engel vond ik nogal cliché. Toen bedacht ik me dat voedsel ook hemels kan smaken. Of ik het vandaag afkrijg is nog maar de vraag, ik ben er perfectionistisch, dus het kan nog wel even duren”, vertelt de 19-jarige Rosalie de Graaf, die onder haar artiestennaam Roosart bezig is in de tunnel. Het is pas haar vijfde piece geeft ze aan, maar dat is er niet aan af te zien. “Schilderen is echt mijn passie en sinds drie maanden zelfs mijn werk. In het wereldje van graffitikunst val je als vrouw snel op, daarom kan ik er misschien ook zo gied van rondkomen.” Ze is onder de indruk van de locatie en de sfeer in Boxtel. “Dat spoorlijntje geeft écht iets extra aan deze dag.”

Raveparty

Dat vind ook Jurgen van Haaren uit Liempde. Hij was nieuwsgierig naar het evenement en komt met zijn partner Susanne van de Wetering en dochter Jill (10) een kijkje nemen. “We wonen in de buurt en moesten de hond nog even uitlaten, dus zijn we meteen maar even hierlangs gelopen. De locatie is natuurlijk erg gaaf en er hangt een prettige sfeer, je zou hier ook prima zo’n illegale raveparty kunnen houden”, zegt hij lachend. Susanne vult hem aan: “Mooi dat de kunstenaars hier een podium krijgen.” Een favoriete schildering kan ze niet aanwijzen” “Het zijn allemaal kunstwerken!”

Voor een impressie van Edition 3.0 klik dan hier.

Bron: Brabants Centrum
Fotocredits: Peter de Koning